De tegenstrijdige ontwikkeling van jongeren en volwassenen
“Goed ouderschap is meestal een verdienste die niet alleen op rekening van de ouders kan geschreven worden. Maar één die mee ondersteund wordt door een breder sociaal en maatschappelijk netwerk. … Kinderen zijn van nature genereus. … Als ouders openstaan voor het geven van het kind, bouwen ze mee aan een positief zelfbeeld van hun kind. … Niet alleen kleine kinderen, maar ook volwassen kinderen blijven gericht op wat de ouder nodig heeft.” Annie Nuyts & Lieve Sels.
Jongeren en volwassenen staan als twee uitersten tegenover elkaar opgesteld. Als waren zij in strijd met elkaar. Enerzijds is het de ontwikkelingstaak van jongeren om het eigen leven te leiden. Om op eigen benen en op eigen grond hún keuzes te maken. Want dat vormt identiteit. Tegelijkertijd is het de ontwikkelingstaak van volwassenen om jongeren liefdevol te begeleiden. Voor hun zelfwaarde en identiteit is het belangrijk om trots te zijn op de begeleiding die zij geven.
Deze ontwikkeling van jongeren en volwassenen loopt tegelijkertijd. Dat kan voor flink wat spanning zorgen. Maar als je geluk hebt, kunnen deze taken elkaar ook mooi aanvullen. Dan vormen twee zelfverzekerde identiteiten zich naast elkaar. Hoe ontwikkelen jongeren en volwassenen zich parallel aan elkaar?
© Jasper M, www.jasperskunst.com
Psychologie van menselijke ontwikkeling
Ontwikkelingspsychologie geeft een verklaring voor de ontwikkelingstaken van jongeren en volwassenen. Kennis over deze ontwikkeling vergroot je begrip voor de ander. Vandaar dat je in de onderstaande alinea’s leest over de levensfases en ontwikkelingstaken van jongeren en volwassenen. Allereerst lees je over de persoonlijke ontwikkeling van het individu. Daarna ontdek je hoe het individu altijd deel is van een groter geheel.
Vorm een identiteit met uitproberen, inpassen en toetsen
Kort uitproberen en ervaren. Om na het uitproberen te evalueren of het wel of niet goed voelde. Je identiteit ontdekken duurt tientallen jaren. Een identiteit ontstaat uit idealen, geeft zelfacceptatie, is herkenbaar voor mensen over tijd en in specifieke situaties. Gelukkig zijn er drie makkelijke manieren om je identiteit te toetsten. Als eerste dus het uitproberen wat past, zoals aan het begin van deze alinea beschreven is.
De tweede manier om je identiteit te toetsen zijn dagelijkse gebeurtenissen inpassen. Zo kun je dagelijkse ervaringen zien als bewijsstukken die je identiteit bevestigen. Wanneer iemand een praatje met je maakt bij de bushalte, dan kun je deze ervaring zien als een bewijsstukje van je toegankelijke, gezellige karakter. Jouw buurman die naar je zwaait, past ook op die groter wordende stapel bewijs. En dus archiveer je ook die ervaring als bevestiging voor wie je bent. Als meerdere ervaringen het tegendeel bevestigen, dan kun je hierop het beeld dat je had van jezelf aanpassen of verfijnen.
Je kunt als derde jezelf toetsen aan voorbeelden. Jongeren toetsen zich niet alleen aan dagelijkse ervaringen. Ze toetsen zichzelf ook aan anderen tegen wie ze opkijken of die ze suf vinden. In die suffe groep kunnen de eigen ouders vallen. Logisch dat jongeren en volwassenen soms botsen. Die botsing is soms nodig om makkelijker afstand te nemen tot je gezin van herkomst.
Zo ontstaat er bijna een ongenuanceerde waarheid dat tegendraadsheid de jongere helpt op zijn pad naar identiteit. Maar het botsen mag niet te heftig te worden en dient uiteindelijk ook te stoppen. Zodat de jongere niet met een schuldgevoel of laag zelfbeeld de vrije wereld in wandelt. Het gaat dus uiteindelijk ook over het oplossen en voorkomen van botsen met dierbaren zónder je identiteit te verliezen.
Meerdere identiteiten in het gezin
De waarheid over de noodzaak van botsen bevat nóg een interessant puzzelstukje. Goed strijden, botsen en goedmaken is namelijk niet alleen voor jongeren belangrijk. Ook de rest van het gezin is in ontwikkeling. Persoonlijke ontwikkeling gaat ook bij de ouders door. Jongeren en volwassenen hebben beiden baat bij de een gezónde strijd tussen autoriteit en autonomie. Hoe deze strijd verloopt, bepaalt uiteindelijk hun beider zelfwaarde.
Als je familie jou als jongere steunt terwijl jij jezelf richt naar de toekomst, dan is er veiligheid om te experimenteren. Dat geeft je balans. Eigenwaarde. Daarmee lukt het je om jezelf niet meer te richten op je familie voor je eigen behoeften. Je kunt je focussen op een nieuw avontuur. Tenminste…als je familie en jij dat samen apart van elkaar durven.
Als je als ouder achter je kind staat terwijl die zichzelf richt naar de toekomst, dan zie je of het veilig is voor je kind om te experimenteren. Dat geeft je balans. Eigenwaarde. Daarmee lukt het om los te laten en eventueel te rouwen om het verlies. Waarna je kunt focussen op een nieuw avontuur met gepaste trots omdat je jezelf goed ontwikkelde als volwassene.
De parallelle ontwikkeling van jongeren en volwassenen
Wat een mooie tegenstelling eigenlijk. De jongere concentreert zich tijdens de groei op zichzelf. En voor de ontwikkeling van de ouders is het ook goed dat de jongere een eigen leven leidt. Zo bekeken geeft de jongeren zichzelf én de ander beweging en voortgang.
Zelfs als je voor jezelf kiest, kom je waarschijnlijk nooit écht los van de volwassenen bij wie je hoort. Je verschilt als mens dus éénmaal als jongeren van de volwassenen. Om daarna als volwassene van de jongeren te verschillen.
Gelukkig helpt psychologie je niet enkel bij het begrijpen van het ‘waarom’. Psychologie helpt je ook bij het oefenen van het ‘hoe’. Die antwoorden lees je binnenkort in “Au! Als autoriteit & autonomie aanvallen“, het vervolg in dit tweeluik.
Meer autonomie in verbinding
Wanneer je een jongere onder jouw verantwoordelijkheid hebt, kun je vast nog meer psychologie gebruiken. Kijk daarom voor verdieping eens naar de literatuur uit dit artikel door op onderstaande links te klikken. Of lees het online artikel “Hoe verondersteld denken relaties met adolescenten verandert” in het pakket online artikelen “Familie en schoonfamilie“. Op Over Psychologie lees je vele artikelen over autonomie in verbinding. Zoals “Afstand in de liefde“, “Balans in je relaties brengen” en “Mentaliseren, kun je dat eten?”.
- Beemen, L. van, (2006). Ontwikkelingspsychologie. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff b.v.
- Nuyts, A. & Sels, L., (2017) Tussen mensen – Contextueel denken over relaties, familie en samenleving. Leuven: Uitgeverij Lannoo Campus
- Rögels, N. (2007). Levenslooppsychologie. Jongvolwassenen, volwassenen en oudere volwassenen. Soest: Uitgeverij Nelissen.