“Mensen zijn sowieso smerig”

Leven in Corona-tijd is vreemd. Er lijken verschillende manieren om je te verhouden tot deze verwarring en spanning. Welke ervaring hebben andere mensen? Dat lees je in deze serie portretten van verschillende type mensen en hun verhouding tot Corona. Ontmoet via Over Psychologie Brechje en haar afschuw.

Brechje verafschuwt lichamen

“Wanneer ik een mens op straat tegenkom, merk ik dat ik terugdeins. Ik voel me dan misselijk worden. Ik zie ook geen mens meer, maar gedeeltes die vies zijn. Bijvoorbeeld vet haar, of grote neusgaten of een smerig jas. En ik denk dan automatisch zo’n onhygiënisch persoon zal zéker Corona bij zich dragen en mij besmetten. Zo’n gedachten gaat vanzelf.”

Brechje wil het liefste bij niemand in de buurt komen nu zij mensen vooral ziet als dragers van Covid-19. Het lijkt wel alsof er in de winter van 2020 een knop in haar hoofd is omgezet. In plaats van mensen te ontmoeten, ontmoet ze potentiële overdragers van een virus. “Ik kan er niets aan doen, zelfs mijn moeder zie ik op die manier.”

Brechje (20) studeert als tweedejaars student Online Culture aan de Tilburgse Universiteit. Ze huurt een benedenwoning in een dorp naast Tilburg en daar woont ze alleen. “Een studentenhuis is niets voor mij, dus ik ben blij dat ik hier in dit dorp woon. De stad is te duur en dagelijks reizen naar mijn moeders huis in Zeeland is niet te doen.”

Het idee om samen te wonen met anderen die haren verliezen in de douche, luchtjes achterlaten op de wc, smakken in de keuken, of die je steeds in het trapgat moet kruisen, dat staat Brechje niet aan. Daarom woont ze sinds haar eerste schooldag alleen. “Heerlijk”, vertelt ze.

© Jasper M, www.jasperskunst.com

De afschuw voor de lijven van mensen is bij Brechje niet uit de lucht komen vallen. Ze heeft altijd al een gereserveerde houding gehad. In dat aspect lijkt ze op haar moeder legt ze uit. “Ik groeide op met mijn moeder, sinds mijn vader vertrok met de noorderzon. Aangezien mijn moeders familie niet warm is, heeft mam nooit geleerd om anderen aan te raken. Dus ik heb dat ook niet geleerd.” Daarom knuffelt Brechje überhaupt niet graag met vrienden. “Ik heb één vriendin van de basisschool en die geef ik 3 kussen als ik haar zie. Dat is de enige. Voor de rest raakte ik mensen sowieso al niet aan.”

Mensen die Brechje kent mogen dichterbij komen dan mensen die ze niet kent. Brechje heeft voor vreemden een grote cirkel van persoonlijke ruimte om zich heen. Ze waardeert een grotere afstand tussen een ander mens en haarzelf. “Mijn persoonlijke ruimte is groter dan anderen. Volgens mijn psycholoog is dat een dingetje dat meerdere onveilig gehechte mensen hebben.”

Sculpturen van oorsmeer

Wanneer ik verder spreek met Brechje lijkt een grote persoonlijke ruimte door de jaren heen verder ontwikkelt te zijn naar afschuw van aanrakingen van anderen. “Mensen zijn altijd al smerig geweest. Wist je dat er een vrouw bestaat die van haar oorsmeer sculpturen maakt?!? Als ik dat soort dingen lees, dan heb ik het niet meer. Je zou naast zo iemand in de trein staan. Dan kun je niet wegduiken als ze je per ongeluk aanraken.” Ze kijkt hier smerig bij.

Net op dat moment loopt de video vast en zie ik hoe haar mond seconden lang samen wordt getrokken. Alsof ze iets smerigs eet. “Daarom laat ik de volle treinen gewoon aan me voorbij rijden. Ik neem de volgende wel. Ik heb de tijd.” Het beeld haalt het geluid weer in, maar Brechjes mond is wederom vertrokken: “O en dan die oude mannen in de zomer zonder deodorant. Dat trek ik dus echt niet.”

Tot zover leer ik dat Brechje zich door ervaringen in haar gezin moeilijk hecht, dat ze niet graag knuffelt en ze een grote persoonlijke ruimte heeft. Daardoor is later thuiskomen van de universiteit een klein offer vergeleken met opgepakt tussen mensenlijven te staan.

Van knuffelafschuw naar mensenafschuw

Dan maak ik het bruggetje naar de tijd waarin we leven met Covid-19. Ik vraag haar: “Hoe ervaar je mensen in Coronatijd?” Brechje vertelt daarop hoe ze in de eerste nieuwsberichten hoorde hoe besmettelijk Covid-19 is. “Ik weet nog dat ik meteen dacht: mensen zijn eigenlijk net ratten, ze verspreiden ziektes! En sindsdien ben ik net zo vies van ze geworden. Je kan nu dus gewoon bijna letterlijk de pest krijgen van mensen.” Daarom mijdt Brechje andere mensen het liefste ook als de pest.

Ik begrijp dat de automatische gedachten van Brechje gewoon in haar opkomen en vraag me af wat Brechje zelf van deze gedachten vindt. “Een beetje dubbel. Een deel van mij vind die uitspraken veel te grof en knettergek.” Brechje kijkt me doordringend aan, alsof ze probeert te lezen of ik dat ook denk. “Maar een ander deel ziet de feiten; de mensen dragen het virus bij zich. Daar kan ik niet omheen. Hygiëne en afstand spelen een belangrijke rol bij de verspreiding. Dus ik ben ook niet helemaal gek.”

Last van automatische gedachten

Gek of niet, de automatische gedachten die ze heeft zijn wel lastig, geeft Brechje toe. Het zorgt ervoor dat haar gedrag steeds meer afwijkt van het gedrag van leeftijdgenoten. Dat sociale verschil is pijnlijk: “Je wilt toch ook hetzelfde zijn als je klasgenoten.” Die wil om hetzelfde te zijn, zorgt ervoor dat ze tóch naar school blijft gaan als het mag van de overheid. Dan probeert ze haar afschuw te dragen. “Samen met mijn psycholoog puzzel ik wekelijks hoe ik dat vol kan houden.”

Een voorbeeld is de manier waarop Brechje reist. Sinds de uitbraak is reizen met het openbaar vervoer voor Brechje geen optie meer. Ze heeft van haar moeder een derdehandse Suzuki gekregen en gaat eens per maand naar huis. “Hoewel de auto zuinig is, kan ik me meer ritjes niet veroorloven. Maar in ieder geval zie ik mijn moeder wel nog.” Op gepaste afstand.

Ben je benieuwd hoe het Brechje een paar maanden later vergaat? Lees dan het slotdeel van de Corona portretten op Over Psychologie.

Brechje is fictief. Haar verhaal ontstond uit 5 verschillende gesprekken met verschillende mensen en hun automatische gedachten die afschuw oproepen. Op deze manier geeft Over Psychologie een indruk hoe de emotie afschuw kan overheersen bij Corona. Deze artikelreeks ontstond uit een idee van Willem Don en Mirella Brok.

2 comments Add yours
  1. Mensen zijn ook vies dus ik snap die reactie helemaal. Ik ruik heel sterk en 80 procent ruikt niet lekker en tegenwoordig ruikt iedereen ook nog naar synthetische luchtverfrissers het is goor. Ik heb er thuis ook last van met familieleden de ene ruikt naar de rook en de ander heeft te lang kleding aan…. Zijn wij dan niet goed nee die ander moet eens bij zichzelf nagaan of hij/zij wel zo fris is.

    1. Hey Dara,

      Dank je wel voor je bericht. Ik ben blij dat je ook jouw kant belicht. Dat doe je heel terecht. Soms kiezen we ervoor om aan onszelf te werken, bijvoorbeeld ons eigen gedrag, onze gedachten of gevoelens. En soms kiezen we ervoor om het gesprek aan te gaan over het gedrag van de ander. Een situatie heeft immers meerdere perspectieven en mogelijkheden. Dank voor je bijdrage!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.