Vijf zintuigen en vier seizoenen

De tuin en haar seizoenen als inspiratie voor cyclisch leven

“Het hele leven is ritmisch. De ritmes van de natuur liggen opgeslagen in onze biologische systemen.” Dr. Perry in ‘Wat is je overkomen?

Tuinieren brengt ons in aanraking met dezelfde observaties die onze voorouders eeuwen eerder inspireerde. Volgens ‘Tuinieren voor je geest‘ van  Stuart-Smith is ons denken doordrenkt van deze observaties. Wellicht verklaart dat het succes van therapeutisch tuinieren. En het succes van het eerdere vierluik psychologische tuinieren. De komende seizoenen publiceert OverPsychologie een tweede vierluik met als psychologische tuinmetaforen: bodem, seizoenen, samenwerking (juni 2024) en dialoog (sept 2024). Dit artikel gaat over geoogste levenslessen dankzij duurzaam aandachtig tuinieren tijdens de seizoenen en zo cyclisch leven.

Cyclisch leven dankzij de tuin

Lineair leven is voor mij uitputtend en angstig. Het begin van de lijn vind ik zo spannend en het einde van de lijn zo verdrietig. Als ik niet oppas ben ik daardoor in het midden ook gespannen en somber. Cyclisch leven lijkt mij veel duurzamer voor mijn psychische gezondheid. Aandachtig werken in mijn tuin, volgens het ritme van de seizoenen helpt mij cyclisch te leven. Al zit er zelfs in het ritme van cyclisch leven continue verandering waardoor ik niet meer terug kan naar toen of naar ooit. Want zelfs mijn tuin is ieder zelfde seizoen, tóch anders.

Door vertraagd in mijn tuin te werken, leef ik bewust met al mijn zintuigen. Zo aandachtig tuinieren noem ik Mindful tuinieren. Het brengt me in het moment en in rust. Op dat bewustzijnsniveau bloeien helpende gedachten op. Deze gedachten inspireren mij als metafoor bij tegenslagen in het leven. Zo voel ik mij psychologisch veerkrachtiger.

© Vincent Hofman

“In de loop van een jaar kan een plant alle fasen van het leven doormaken, van zaad tot en met voortplanting en daarna de dood, al is dat niet de dood die wij ondergaan, omdat de plantenwereld zo goed is in de wederopstanding.” (Stuart-Smith, 2020)

Tijdens de winter staat de gróei in de tuin stil

Het is stil in de tuin, op een paar kwetterende meesjes na die zich om de vetbol verzamelen. En uiteraard het verdorde Olifantengras dat ruist dankzij de wind. In een slordige V vliegen ganzen over de tuin heen. Ik hoor het kwaken al van ver en kijk hen geboeid na totdat mijn aandacht wordt getrokken door de Spar van de buurman. Daar dagen twee duiven elkaar uit. Hun klapperende vleugels slaan tegen elkaar en de takken van de boom die hierdoor flink schut. Eigenlijk is het helemaal niet stil. Niet auditief.

De stilte is meer zichtbaar in de manier waarop de tuin erbij ligt. Ongeveer de helft van de bomen, struiken en planten hebben takken zonder blad. De andere helft kleurt nog steeds groen. Ondanks het verloren blad zijn de takken nog steeds interessant om te zien. Dat komt door de kleine knoppen. Wat zitten de bloemen en blaadjes die erin schuil gaan stevig opgerold. Volgend seizoen geven ze prachtige kleuren. Nu nog niet. Behalve dan de Helleborus, Viooltjes en Sneeuwvlokjes. Die bloeien wellustig. De Skimmia, Hulst en Callicarpa tonen hun felgekleurde paarse en rode bessen. Al die kleuren schreeuwen bijkans.

‘Ruikt’ de tuin dan stil? Niet terwijl ik mijn bodem bewerk en planten verplaats. Hierdoor komt de geur van aarde in mijn neus. Dankzij het vele verkassen van de flora ruiken mijn handen ‘groen’.

Geen groei wel beweging

Ik kom tot de conclusie dat de winter geen einde is. De winter is net zo hoopvol als de lente. Het is een lome, langzame stap in de cyclus. Dat maakt me bewust van de verschillende tempo’s in mijn leven. Niet alleen ben ik ’s winters meer moe, in de winter levensfasen zoals ouderdom, ziekte, rouw en momenten van overgang, vertraag ik me.

“Alles wat er in een tuin gebeurt, gebeurt in slow motion. Bloemen, heesters en bomen groeien kalmpjes, in hun eigen tempo. En zo is het met mensen ook. Herstellen van een ernstig trauma kost gewoon veel tijd.” (Stuart-Smith, 2020)

Genoeg hoop en liefde in de winter en de lente

Na het opsteken van hun groene blad en stengel, bloeien daar schijnbaar ‘ineens’ de Krokussen en Narcissen. Ik zie ze als mijn startsein voor het zaaien van nieuwe planten en struiken. Iedere lente staat de tuin zo prachtig vol jong groen dat er niets meer bij past. En iedere lente daarop kan er tot mijn blijdschap nog veel meer bij.

“Is er ooit genoeg aan hoop, liefde, jeugd?”, vraag ik me af terwijl ik de tomatenzaadjes liefdevol in de kweekgrond druk. De aarde voelt zacht en droog, de zaadjes zijn licht. Wanneer ik de aarde bevochtig met regenwater, adem ik de geur van water en aarde diep in. Nog meer hoop.

“…het tuiniersambacht als ‘een vorm van alchemie, een quasi magisch systeem om zaad, aarde , water en zonlicht om te vormen tot iets waardevols.'” (Pollan, in Stuart-Smith, 2020)

Hetzelfde is deze keer weer anders, net als eerder

De tuin staat er deze zomer helemaal anders bij dan vorig jaar. Sommige vaste planten zijn weer een maatje groter geworden. Zie bijvoorbeeld die Conifeer met lichtgroene uiteinden aan de takken. Die is zomaar tien centimeter breder en hoger, als het niet meer is.

Ook de bloei is helemaal anders deze zomer. Sommige van die veranderingen, komen door mijn toedoen. Ieder jaar leer ik weer meer over snoeien. De planten die ik goed snoeide bloeien veel beter dan vorig jaar en ander flora, ach tja. Toch neem ik bij minder bloemen niet de gehele schuld op me. Extreme zomers die te nat of veel te heet zijn, genereren minder bloei dan de zomers met reguliere temperaturen. En daarmee ook meer of minder vruchten, bedenk ik me voordat ik één van de weinige zoete aardbeien proef.

Groei, bloei en diertjes. Die laatste groep verandert mijn tuin ook weer ieder jaar. Deze keer bleven de Rozen gespaard van luizen en mieren, maar lijken de Appelbomen aan de beurt. En wie hapt er deze zomer toch zo smakelijk van de peperplantbladeren? Zie die halve rondjes. Wat grappig. Toch eens opzoeken welke raad ecologische tuinieren heeft over deze ‘plagen’. Dankzij de tuin leer ik mijn cirkel van invloed te accepteren.

Groei, bloei en stoei

Kijk nou, daar breken stengels van het IJzerhart door het gestoei van de kittens. De stengels prikken mijn vinger als ik ze weghaal. Het siergras moet ook aan kittenkwaad geloven, daar kauwen ze op.

Dan zijn er nog gewassen waarbij ik geen flauw benul heb waardoor ze groeien of doodgaan zoals ze doen. Gelukkig leer ik steeds meer de aarde te bestuderen dankzij ‘Leve de bodem!’.

Dat zijn nogal wat jaarlijks veranderende invloeden in hetzelfde seizoen. De zomer leert mij dat zelfs wat hetzelfde lijkt, nooit hetzelfde is. Leven is dynamisch. Soms lijkt het wel dat ik steeds bij eenzelfde psychologisch thema uitkom. Die gedachte frustreert mij nogal. Wat als ik bedachtzamer kijk naar de manier waarop het thema zich dit seizoen toont?

Mijn eenzaamheid als kind, is anders dan mijn eenzaamheid als adolescent, jongvolwassene en als middelbare vrouw. Daarop knip met mijn snoeischaar de eenzaamheid weg, zodat er verjonging in mijn relaties plaats kan vinden. Zo.

Geplaagd door het broodnodige zand, vocht en vliegje

Mijn blaar van het harken, is opengeklapt. Er komt zand en vocht in. Dat voel ik en toch schep ik de hele berg gele Esdoorn bladeren met mijn blote handen de emmer in. De bladeren ritselen terwijl ik ze in de composthoop schut. Honderden, zo niet duizenden fruitvliegjes vliegen in mijn gezicht. Ik sluit mijn ogen, mond, neusgaten en wacht tot de zwerm verder vliegt. Daarop adem ik weer in en ruik de natte bladeren. De composthoop zelf heeft verrassend weinig geur. Ik proef een zweetdruppeltje op mijn bovenlip.

De tuin kleurt ook deze herfst groen, geel, bruin, oranje en zelfs her en der felroze dankzij de Esdoorn van de buurman. Al het blad dat ik de perkjes valt, mag blijven liggen. Ook hoeken waar egels wonen, slaat mijn hark over. Blad dat het gazon raakte verzamel ik wel. Hopelijk hebben de wormen honger. We hebben elkaar nodig. Plant, dier, mens, aarde, lucht en licht. We zijn ooit samen begonnen.

Al heel wat herfsten oud

De herfst is niet mijn favoriete seizoen. Vaak sleep ik mijzelf de tuin in. Zwengel ik mezelf aan de gang. Wetende dat beweging, buitenlucht en -licht mij dienen. Het duurde lang om deze les te leren. Ik had veel herhaling nodig en nóg ben ik soms hardleers. Als ik meerdere dagen niet tuinier, dan merk ik dat aan mijn stemming en gestel.

Gelukkig ben ik al heel wat herfsten oud. En ik besef me dat de herhaling van de seizoenen cyclus niets af doet aan de bijzonderheid van de ervaring. Ieder seizoen is prachtig in zichzelf, dient een doel en zorgt voor mij. Hoewel ik van huishoudelijke taken soms de sleur beu raak, gebeurt dat in de tuin niet. In tegendeel. Daar geeft de herhaling mij iets extra’s. Ieder jaar leer ik in ieder seizoen weer bij.

“Een in seizoenen opgedeelde tijd biedt een bepaalde troost. Hij is vriendelijker voor de psyche omdat hij je een tweede kans biedt, en je zo de gelegenheid biedt om te leren. En als je dit jaar iets niet lukt, wat je dat je het volgend jaar opnieuw kunt proberen.” (Stuart-Smith, 2020)

Cyclisch leven, en dus?

Dus wordt het weer winter. Wat is het dan toch stíl in de tuin. Of wacht…

Hoe gingen de lessen ook alweer?

  • Ieder seizoen heeft zijn plaats in de keten. Koestert z’n eigen belofte en kent z’n eigen ritme.
  • Er is ruimte voor hoop, liefde en jeugd in een tuin en in een leven.
  • Een tuin is ieder jaar anders. Iedere zomer groeit de natuur en de mens anders. Dat wat leeft, verandert.
  • Herhaling van cyclus blijft bijzonder doordat de ene cyclus zich op de andere stapelt.

Nog meer cyclisch leven

Krijg je geen genoeg van de serie psychologisch tuinieren? Lees dan onze eerdere artikelen in ons archief. En abonneer je op onze nieuwsbrief, zodat je wekelijks geïnformeerd wordt van onze nieuwste artikelen en podcasts.

Hieronder vind je een overzicht van de gebruikte literatuur bij het schrijven van dit artikel. Als je klikt op één van de links, dan kom je vanzelf bij Bol.com uit. Koop je daar je eigen exemplaar, dan steun je via deze affiliatie links onze gratis site: OverPsychologie.nl

  • Dam, A.M. van & Vlaam, C. de. (2022). Leve de bodem! Een gezonde basis voor elke tuin. Zeist: KNNV Uitgeverij.
  • Maex, E. (2006). Mindfulness In de maalstroom van je leven. Tielt: Lannoo N.V.
  • Stuart-Smit, S. (2021). Tuinieren voor de geest. Hoe we gelukkiger worden van zaaien, wieden en snoeien. Amsterdam: De bezige bij.
    Lees hier OverPsychologie’s recensie ‘Tuinder van je eigen gemoed‘.
  • Perry, B.D. Md. PhD. & Windrey, O. (2021). Wat is je overkomen? Gesprekken over trauma, veerkracht en herstel. Amsterdam: Uitgeverij Unieboek. Het Spectrum bv.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.