De moed vatten voor PRI
“Illusies – Over bevrijding uit de doolhof van destructieve emoties en PRI”
“Angst werkt als een illusie, en daarmee als afweer, op die momenten dat het niet reëel is, dat wil zeggen op die momenten dat er eigenlijk geen sprake is van werkelijk gevaar en we ons toch bang voelen.” Over Past Reality Integration – PRI (Bosch, 2003).
Op donderdag 25 september 2025 hield de Nederlandse Beroepsvereniging voor Toegepaste Psychologie (NBTP) een boekenclub bijeenkomst over het boek “Illusies – Over bevrijding uit de doolhof van destructieve emoties” van Ingeborg Bosch. De meningen over het boek liepen uiteen en hadden raakvlakken. Het zorgde voor een boeiend en respectvol gesprek tussen professionals. In deze blog, lees je mijn mening over het boek.
Wat ik goed vind aan dit boek over PRI
Wanneer ik dit boek lees, herken ik veel verschillende stromingen binnen de psychologie, in PRI. In die combinatie van de verschillende methodes – hoewel de schrijfster vermeld dat PRI geen verzameling is, maar meer dan dat – zie ik juist de meerwaarde in de combinatie. Het zijn de verschillende overlappingen die mij boeien.
Mijn interpretatie van PRI in Illusies
Hoe ik Boschs uitleg over PRI interpreteer is dat mensen in het vroege verleden trauma’s meemaakten die ze zich niet bewust kunnen herinneren (omdat het voor het tweede levensjaar plaatsvond of doordat de trauma’s verdrongen zijn). Volgens Bosch herinneren mensen zich deze trauma’s wel onbewust wanneer er in het heden een detail lijkt op het trauma. Doordat dit pijnlijk is, maken mensen volgens haar gebruik van vijf soorten afweermechanisme. Bosch stelt in plaats van de pijn af te weren, voor om:
- te herkennen dat we in het hier en nu geraakt worden door iets van voeger (cognitief observeren)
- niet over te gaan tot de automatische neiging tot afweer en iets nieuws te proberen (gedrag, keuzes maken)
- in regressie te gaan en te voelen wat er gevoeld moet worden (lichaamsgericht werk)
- duaal bewustzijn te creëren en steeds bekwamer te worden in deze stappen.
De afweermechanismes binnen PRI
Bosch herkent vijf verschillende afweermechanismes:
- Angst
- Primaire afweer
- Valse hoop
- Valse macht
- Ontkenning van behoeften
Wat ik me afvraag tijdens het lezen
Tijdens het lezen van Illusies – Over bevrijding uit de doolhof van destructieve emoties stel ik mijzelf drie kritische vragen. Vragen waarop ik eigenlijk het antwoord gewoon weet, maar die op de één of andere manier in twijfel worden getrokken wanneer ik Boschs werk lees. Dat voelt ongemakkelijk.
- Is het dan zó erg met mij?
- Wanneer is het dan wel goed?
- Gaat dat niet een beetje te diep?
Is het dan zó erg met mij?
Bosch gebruikt verschillende voorbeelden om afweer uit te leggen. Hierin interpreteer ik de situaties die mensen in heden lastig vinden, als heel menselijk en begrijpelijk. De voorbeelden die Bosch daarna gebruikt om de trauma’s naar het verleden uit te leggen, vind ik schokkend, eng, best behoorlijk groot. Bosch gaat uit van de mogelijkheid tot het vergeten van situaties en onze interpretatie daarvan.
Daardoor bekroop mij soms een angstige vraag. Op de momenten waarop ik als lezer denk dat ik menselijke gevoelens beleef bij levensgebeurtenissen, die ik probeer aan te gaan terwijl ik naar mijn waarden leef, dat volgens Bosch het ontkennen is van mijn behoeften, doordat er vréselijke dingen met mij als baby, peuter of kleuter zijn gebeurd die ik niet meer weet. Dat vind ik nogal angstig en onveilig. Het voelt een beetje alsof mij een trauma aangepraat wordt: ik weet het niet, ik ontken het zelfs, maar er is iets vreselijks met mij gebeurd! Zo ervaar ik dat tijdens het lezen.
Ik vraag mij af of kwetsbare mensen in kwetsbare tijden niet onterecht verstrikt zouden kunnen raken en achterblijven met meer angst. En sterker nog, met meer valse hoop en valse macht naar therapie toe, waarin ze in overdracht (Boswijk-Hummel, 1997) denken dat een hulpverlener hen kan redden van hun problemen. De schrijfstijl met uitroeptekens, de woorden ‘moet’ en de waarschuwingen ‘let op’ versterken dat gevoel bij mij. Ze komen op mij wat belerend en bepalend over.
Wanneer is het dan wel goed?
In het laatste hoofdstuk “Het volwassen-bewustzijn” schrijft Bosch dat zij meerdere vragen ontving over de verwarring omtrent het ‘eindresultaat’ van PRI. Ik lees daar dat Bosch de cliënt vrij laat om zelfstandig te bepalen wat ‘volwassen’ is. Dat komt overeen met de stroming cliëntgerichte therapie die volgens Bosch binnen PRI terug te vinden is. Enerzijds lees ik dus dat Bosch de lezer en cliënt autonoom behandeld en vertrouwt.
Anderzijds is daar haar schrijfstijl die op mij juist niet zo overkomt. Daarnaast lees ik bij de voorbeelden van Bosch dat illusies zodanig vernuftig zijn, dat ik deze als lezer misschien niet door heb, maar zíj als therapeut wel. Het geeft mij voor de derde keer de boodschap dat Bosch beter weet hoe het zit met mij als lezer, dan ikzelf. Hierdoor slinger ik als lezer op en neer naar wat dan een illusie of wat dan een volwassen-bewustzijn is.
Een vierde keer brengt Bosch mij aan het twijfelen bij haar uitleg over het ontkennen van behoeften. Dat volgens haar één van de meest hardnekkige illusies is. Omdat deze zo lijkt op volwassen bewustzijn, stinken we in onze illusies, zo begrijp ik Bosch.
In bijlage 1 kun je een test maken om te zien hoe het gesteld is met het persoonlijke afweerprofiel. Onderstaande vragen stellen volgens Bosch vast dat behoeften ontkent worden. Terwijl ik er het probleem niet in zie.
- 23. Het gaat doorgaans best met me …
- 24. Ik vind het prettig om alleen te zijn.
- 26. Ik help anderen als ze me om hulp vragen, ik voel me niet zo gauw gebruikt.
- 27. Ik word niet zo gauw boos, ik ben meestal nogal gelijkmatig.
- 30. … Ik voel me meestal gewoon oké.
Ik durf te twijfelen aan mezelf en aan anderen, en ik mag graag vraagtekens zetten om zelf te onderzoeken. Hoewel ik Bosch haar uitnodiging geloof dat zij mij als lezer vrij wil laten kiezen, voel ik dat tijdens het lezen juist niet. Ik geloof niet dat het door mij afweersysteem komt, die door oude herinneringen opgeroepen wordt. Wel geloof ik dat mijn alarmbellen rinkelen door het gevaar dat mij iets aangepraat wordt dat niet van mij is; en dat ik met Bosch in tegenoverdracht zit. Al is het een hypothese.
Wederom vraag ik mij bezorgd af wat de tegenstrijdigheid doet met mensen die in een kwetsbare fase van hun leven zitten. Deze tegenstrijdigheid tussen de ene letterlijke boodschap en de andere onderliggende boodschap – oftewel de paradox double bind (Savenije, 2014) is complex. Ik vermoed dat de lezer en cliënt het niet ‘goed’ kan doen, zonder oordeel van Bosch.
Gaat dat niet een beetje té diep …
Bosch nodigt lezers uit om de ergste angst op te zoeken en niet uit de weg te gaan. Hoopvol toedekken van de pijn, troost oproepen, de zilveren lijn zoeken rondom de wolk, dat zijn voor haar misvattingen. Sterker nog, Bosch moedigt aan tot het uitvergroten van de pijn. Ze geeft meerdere voorbeelden hoe dat eruit kan zien. Één van de voorbeelden is dat vrienden geen interesse hebben in je PRI proces.
“Het maakt ze helemaal niet uit hoe ik me voel. Ze willen niet uit hun droom gehaald worden, niet gestoord worden in hun gezellige samenzijn door mijn moeilijke gevoelens. Ik moet me aanpassen, gezellig doen, meedoen alsof er niets aan de hand is. Me niet uiten, mijn verdriet niet laten zien. Ik mag alleen vrolijk en blij zijn. Ik zou dood kunnen gaan, het zou nog niets uitmaken, ze willen het niet weten.”
Niets menselijks is me vreemd. Ik begrijp dat mensen soms opgaan in rot gedachten, eenzaamheid, een laag zelfbeeld, weinig vertrouwen of pijn. Wat ik ook begrijp is dat het oproepen van een ervaring, om daar dan vervolgens binnen een therapeutische sessie iets mee te doen, zoals bijvoorbeeld bij EMDR, kan helen. Maar ik twijfel eraan of mensen daartoe áángespoord moeten worden, terwijl ze alleen thuis zijn. Gaat dat niet een beetje té diep …
PRI is niet mijn ding, wel het jouwe?
Hoewel ik dus geboeid was doordat ik hier en daar verschillende psychologische stromingen herkende in PRI, heb ik mij tijdens het lezen meermaals wat bezorgde vragen gesteld. Mijn kernvraag is: “Hoe lezen mensen tijdens een kwetsbare levensfase dit boek?” Ik vermoed dat mensen wanneer zij niet goed in hun vel zitten, het boek verkeerd kunnen interpreteren.
Het is daarom dat ik dit boek niet snel aan zou raden aan anderen. Binnen mijn persoonlijke en professionele kring, hoor ik ook positieve geluiden over “Illusies“en het werk van Bosch. Gelukkig mogen we dus zelf ervaren wat het boek met ons doet en onze eigen keuzes maken. Ik besloot dat het niet mijn ding is. Wat besluit jij?
Illusies – Over bevrijding uit de doolhof van destructieve emoties
Ingeborg Bosch
335 bladzijden
Zelfhulpboek
Uitgeverij L.J. Veen Amsterdam/Antwerpen
2003
Ingeborg Bosch (1960) is psycholoog en schrijfster. Geïnspireerd door Freud, Janov, Jenson ontwikkelde Bosch in 2000 haar eigen methode Past Reality Integration (PRI). Deze methode groeide uit tot zes bestsellers, opleidingen voor particulieren en voor professionals die zich tot PRI therapeut kunnen scholen. Haar werk leidt zo nu en dan tot kritische vragen en artikelen.
Geraadpleegde boeken tijdens het schrijven van deze recensie
Bosch, I. (2011). Illusies – Over bevrijding uit de doolhof van destructieve emoties. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij L.J. Veen.
Boswijk-Hummel, R. (1997). Liefde in wonderland. Overdracht en tegenoverdracht in hulprelatie. Haarlem: Uitgeverij De Toorts.
Savenije, A. Lawick, M.J. van, Reijmers, E.T.M. (2014). Handboek systeemtherapie. Utrecht: De Tijdstroom.